+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Romeinen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 52 %
Rom. 11
11:13 Tot 1) jullie, spreek ik, heidenen!
Inderdaad, juist hiertoe ben ik een apostel voor de heidenen,
dat ik mijn bediening gelukkig prijs,
als ik op de één of andere wijze
14 die van mijn eigen vlees en bloed zijn,
jaloers kan maken,
en sommigen uit hen zal redden.
15 Want als hun verwerping
de verzoening van de wereld is,
wat anders zal de aanneming zijn
dan leven uit de doden?
16 Als de eerstelinggave heilig is,
zo ook het deeg,
indien de wortel heilig is,
ook de takken.
17 Maar als sommigen van de takken weggebroken zijn,
maar jij, die van de wilde olijfboom bent,
daarop ingeënt bent
en deel hebt gekregen aan de saprijke wortel van de olijf,
18 verhef je dan niet boven de takken.
Als je je wilt verheffen boven -
niet jij draagt de wortel,
maar de wortel draagt jou.
19 Dan zal je wel zeggen:
Er zijn takken uitgebroken,
opdat ik ingeënt zal zijn. Mooi!
20 Om hun ongeloof zijn ze weggebroken
en door geloof heb jij stand gehouden.
Wees niet hoogmoedig, maar vrees!
21 Want als God van de natuurlijke takken niet gespaard heeft,
zal hij jou ook niet sparen.
22 Let op, de goedertierenheid en de gestrengheid van God!
Wel voor de afvalligen gestreng
en voor jullie Gods goedertierenheid,
als je blijven zal bij de goedertierenheid,
anders zal Hij je daar ook wegkappen.
23 Maar ook dezen,
als zij niet bij het ongeloof bleven,
zullen ingeënt worden.
Want God is bij machte hen opnieuw in te enten,
24 Want als jij, van nature een wilde olijf,
bent weggekapt,
en tegen de natuur
bij de goede olijf bent ingeënt,
hoeveel te meer zullen dezen,
die het naar hun natuur zijn,
ook ingeënt worden in de eigen olijfboom.
25 Want 2) ik wil niet, broeders 3),
dat u onkundig bent van dit geheimenis,
opdat u niet in eigen ogen wijs bent:
er is gedeeltelijke verharding
over Israël gekomen
totdat de volheid der heidenvolken
is binnengekomen
26 en zo zal heel Israël gered worden,
zoals geschreven staat:
Uit Sion zal de bevrijder komen,
hij zal de goddeloosheid van Jacob afwenden. 4)
27
En dit is mijn verbond met hen, 5)
wanneer ik hun zonden wegneem. 6)
28 Volgens de goede boodschap
zijn zij vijanden vanwege u,
maar volgens de uitverkiezing
zijn zij geliefden vanwege de vaderen;
29 Want de genadegaven en de roeping door God
kennen geen berouw.
30 Want zoals u eens ongehoorzaam bent geweest
tegenover God,
maar nu ontferming hebt gevonden
door hun ongehoorzaamheid,
31 zo zijn ook zij nu ongehoorzaam geworden
opdat, door de aan jullie betoonde ontferming,
ook zij nu ontferming ondervinden.
32 Want God heeft allen samen
in ongehoorzaamheid opgesloten
om zich over allen samen te ontfermen.
33
O diepte van rijkdom 7)
en wijsheid en kennis van God;
hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen
en onnaspeurlijk zijn wegen 8).
34
Want wie kent de geest van de Heer? 9)
of wie is zijn raadgever geweest?
35
Of wie heeft hem eerst iets gegeven,
waarvoor hij vergoeding zou moeten ontvangen? 10)
36
Omdat uit hem en door hem en tot hem
alle dingen zijn;
voor hem de glorie tot in eeuwigheid,
Amen

1vertaling van Leen de Ronde
2vertaling van Machteld van Woerden
3en zusters
4 Jesaja 59:20
5 Jeremia 31:33
6 Jesaja 27:9
7 Job 11:7
8 Job 5:9
9 Jesaja 40:13
10 Job 41:3